De verandering
Tientallen waterbeekjes stromen en stromen. Water stroomt van alle kanten naar beneden, tot de beekjes aan de voet van de berg samenkomen in drie rivieren. Alle drie op een verschillende plek aan de rand van een zandvlakte. De eerste rivier is smal, maar heeft schitterende stenen in haar rivierbedding. De tweede rivier is het grootst en kent de sterkste stroming. De derde rivier is verreweg het mooiste om te zien, met prachtig mooie kronkelingen en helder blauw water.
De drie Rivieren, proberen het Zand over te steken, want aan de andere kant van die onmetelijke droge vlakte ligt de prachtige blauwe zee, in de verte. Het is hun gezamenlijk Doel. Maar hoe ze het ook proberen, de Rivieren zakken telkens weg in het Zand. Dan zegt Zand: “Jullie moeten niet zo hard over mij of over elkaar heen willen komen. Dat lukt niet. Kijk maar, jullie worden stuk voor stuk een grote modderpoel, hoe meer je probeert, hoe dieper je wegzakt”. De sterke Rivier antwoordt: “Maar wat moet ik dan doen? Ik moet naar de andere kant! Dat moet mij toch lukken!” De mooiste Rivier zegt: “Ik snap het niet, iedereen wil mij altijd helpen, maar dit lukt maar niet” .
“Nee, zo niet”, zegt het Zand. “Dat kan alleen maar als je alles loslaat. Koester je in de Zon en verdamp. Laat je meevoeren door de Wind. Die blaast je over mij heen naar de andere kant.” Maar de 3 Rivieren roepen in koor: “Maar ik wil dezelfde Rivier blijven die ik ben.”
“Dat kan niet”, antwoordt het Zand. “Als je aan de andere kant wilt komen moet je alsmaar veranderen. Wij zandkorrels zien dat dagelijks gebeuren.” (auteur: onbekend)